DE AFSTAND NAAR DE ARBEIDSMARKT MOET ZO KLEIN MOGELIJK BLIJVEN.
In het kader van deze uitgave heeft VOZ Magazine Liesbeth Hoogendijk, directeur van Mezzo, geïnterviewd. Tijdens dit interview werd een kritische noot geuit m.b.t. de mantelzorgboete, die iemand met een uitkering krijgt als diegene inwoont bij een zorgbehoevende waarvoor de informele zorg wordt geleverd. U heeft toentertijd vanuit de senaat gestemd voor een jaar uitstel van deze maatregel, dat het helaas niet heeft gehaald. Kunt u uw visie op dit vraagstuk met ons delen?
Thissen: “Goed om op deze plaats wat helderheid te geven over de definitie van uitkering. Vanuit UWV richten wij ons op de geïndividualiseerde uitkeringen, waar iemand recht op heeft. Dat kan zijn in het kader van de WW, WIA en Wajong. De mantelzorgboete wordt vaak genoemd in relatie tot de bijstand (WWB), waarvoor de gemeente verantwoordelijk is. Vanuit UWV geldt dus een ander kader, wanneer een werkzoekende in de WW mantelzorg verleent aan een zorgbehoevende in de eigen omgeving. De mantelzorger kan voor deze taak ontheffing voor een periode van zes maanden krijgen. Denk daarbij aan ontheffing van sollicitatieplicht of acceptatieplicht van werk. Deze periode van een half jaar kan verlengd worden per maand en hangt ook af van de aard van de ziekte die de zorgbehoevende heeft”.
U moet ingelogd zijn om het gehele artikel te kunnen lezen.