“Grote uitdaging voor de eerstelijnszorg”

Column Marjolein Verstappen, directeur zorginkoop en vicevoorzitter directie, divisie zorg & gezondheid Achmea

“Grote uitdaging voor de eerstelijnszorg”
30–12–2013
De huisarts krijgt straks nóg meer dan nu een spilfunctie in de zorg. Om deze rol waar te maken, is het essentieel dat de huisarts samenwerkt met andere partijen in het zorg- en welzijnsveld. In hoeverre is de organisatievorm van de samenwerking bepalend voor het verlenen van goede zorg? Waar moet je rekening mee houden?

In de zorgakkoorden is gekozen voor een verdere versterking van de eerstelijnszorg. Het slagen hiervan hangt volgens mij samen met de doorontwikkeling van integrale zorg, waarbij de klantvraag centraal staat en de zorg dichtbij huis geleverd wordt. Dat betekent bijvoorbeeld extramuraliseren en wijkverpleging inzetten waar dat kan. Deze verschuiving betekent een enorme uitdaging voor de eerstelijnszorg. Achmea wil graag waarde toevoegen aan het integrale zorgnetwerk. Dit kunnen wij bijvoorbeeld doen door het analyseren van het zorggebruik en het beïnvloeden van de structuur. Twee onderzoeken die wij in 2011 lieten uitvoeren, leverden interessante inzichten op.

In een onderzoek met GAZO en SAG (twee grote koepels in Amsterdam) hebben we onderzocht waarom juist een integrale aanpak succesvol is bij een samenhangend aanbod. Het belangrijkste doel was het in kaart brengen van succesfactoren voor een sterke eerste lijn. De kritische succesfactoren, die in dit onderzoek naar boven kwamen, waren een wijkgericht en sluitend zorgaanbod, ruime aandacht voor patiënten (resulterend in meer lange consulten en meer inzet van de praktijkondersteuner), een goede intake en triage aan de balie door protocollair werken, een effectieve interne samenwerking door een sterk centrum management en een actieve samenwerking met zorgverleners buiten het zorgcentrum (zoals gemeentelijke diensten en welzijnsorganisaties).

Maar als je dat weet, hoe zorg je dan dat zorgverleners vervolgens op deze manier gaan werken? Moeten de inspanningen zich richten op de eerstelijnscentra of zijn ook bij andere organisatievormen zinvolle stimulansen nodig?

In datzelfde jaar hebben we samen met de Huisartsen Kring Amsterdam en de eerste lijn Amsterdam onderzoek gedaan naar de huisartsenzorg in Amsterdam. Daarbij is gekeken naar drie categorieën huisartsen: geïntegreerd, coöperatie (monodisciplinaire zorggroep) en zelfstandig. Het onderzoek was gebaseerd op declaratiegegevens en gericht op het zorggebruik in de eerste én tweede lijn. De belangrijkste conclusie was dat de interdokter variatie groter is dan de variatie tussen de organisatievormen onderling. Daarnaast blijkt dat het specifieke ziekenhuis waar een patiënt behandeld wordt grotere impact heeft op de vervolgkosten in de tweede lijn dan de huisarts.

Huisartsenpraktijken, die op dezelfde manier zijn georganiseerd, kunnen blijkbaar flink verschillen in het gemiddelde zorggebruik per patiënt. De organisatievorm is dus niet bepalend voor de vraag hoe efficiënt de zorg is. Het onderzoek heeft verder nog duidelijk gemaakt dat het gedrag van ziekenhuizen ook grote invloed heeft op de doelmatigheid.

De onderzoeken leren ons dat er vele factoren bepalend zijn voor het bereiken van een goede en effectieve eerstelijnszorg. Het betrekken van verschillende disciplines is belangrijk. Bovendien moet dit efficiënt gebeuren, gericht op het verbeteren van de patiëntenzorg. Uit de onderzoeken komen een aantal nuttige suggesties naar voren. Maar de cruciale factor is uiteindelijk de kwaliteit van de huisarts. Deze moet straks bij zijn diagnose en behandeladviezen een bredere scope hebben dan uitsluitend de medisch curatieve en ook andere disciplines bij de vervolgstappen betrekken.

Regie van de zorgverzekeraar betekent naast zorginkoop en gezamenlijk initiatieven ondernemen met het zorgveld ook inzetten op meer onderlinge samenhang tussen preventie, welzijn en zorg. Alleen door gecoördineerde actie en inzet van verschillende partijen kunnen complexe gezondheidsproblemen worden aangepakt en ontstaat er een sterkere verbinding tussen de eerste lijn, de tweede lijn, AWBZ en WMO. En alleen zo kunnen we de afspraken uit de zorgakkoorden waarmaken.

Alliantie Nederland Rookvrij!
Oude Gracht Groep
IKA Ned
Stichting Kwalificatie & Curriculum Autoriteit
VERA Health and Education
De Rookvrije Generatie