De zorg voor mensen in psychiatrische miserabele toestand is de afgelopen vijf jaar sterk veranderd. Ingegeven door de toenemende kwaliteitseisen vanuit overheid, verzekeraar en organisaties van patiëntenbelangen. Maar gelukkig en vooral ook door het voortschrijdende inzicht bij GGz instellingen zelf. De beweging om de zorg en samenwerking tussen ketenpartners zo te organiseren dat ‘de patiënt centraal staat’ wint aan kracht. Er zijn veel voorbeelden te geven waaruit de innovatieve beweging en vooral ook liefde voor het mooie vak blijken: een mens in nood helpen op zo’n manier dat die zich ook daadwerkelijk geholpen voelt. Of de hulp nu binnen een gedwongen kader plaatsvindt of niet.
Vroeger waren de werelden van de Regio politie Zuid Kennemerland en de Meerlanden en GGZ inGeest met haar crisisdiensten en klinieken tamelijk gescheiden. En waar zij elkaar raakten was er vaak wrijving. Politie die niet wilde komen assisteren om een agressieve patiënt onder controle te krijgen en GGz medewerkers die te lang op zich lieten wachten om op het politiebureau een patiënt te beoordelen.
Wat voor de politie een burger is, die zich agressief gedraagt en maffe dingen roept, is voor de GGz een psychiatrisch patiënt met bijvoorbeeld religieuze wanen en fors impulsief acting-out gedrag. Voor de politie is agressie ontoelaatbaar en bij het beteugelen ervan wordt protocollair gewerkt waarbij veiligheid voor maatschappij en ook collega’s voorop staat. Bij de GGz medewerkers staat meer de vraag centraal hoe met de psychotische en vooral angstige patiënt in contact gekomen kan worden, om vanuit het contact te komen tot een veiligere situatie.
U moet ingelogd zijn om het gehele artikel te kunnen lezen.